Wat is het

Programma 1 is een klinische afdeling die zich richt op mensen met ernstige (borderline)persoonlijkheidsproblematiek.
Op programma 1 wordt gewerkt vanuit de Dialectische Gedragstherapie methodiek (DGT). Een methodiek ontwikkeld door M. Linehan. Deze methodiek is verweven in het programma en in de bejegening van de patiënten. Dit betekent dat we patiënten nieuwe vaardigheden leren op het gebied van mindfullness, intermenselijke vaardigheden, emotieregulatie- en frustratietolerantievaardigheden en hen de mogelijkheid bieden om hier mee te oefenen, zowel binnen de behandeling als daar buiten.

Voor wie

De patiënten op Programma 1 hebben vaak problemen in de impulscontrole en zijn niet goed in staat hun emoties te reguleren. Impulscontrole- en emotieregulatie problematiek leidt tot een gebrekkige identiteitsvorming en veroorzaakt vaak heftige en wisselende emoties.

De relaties met familie, vrienden en verwanten kenmerken zich door veel onrust, allerlei conflicten en veelvuldig crisisgedrag (suïcidaliteit, automutilatie, alcohol- drugsmisbruik, heftige stemmingswisselingen, woede-uitbarstingen, maar ook terugtrekken en in bed liggen etc.).

Geconfronteerd met heftige emoties kan het niveau van functioneren sterk dalen met kans op suïcidaal gedrag. Maar ook kleine, betrekkelijk eenvoudige problemen (bijv. een telefoongesprek voeren) veroorzaken vaak heftige emoties waarbij de patiënt al gauw het overzicht verliest en in paniek kan raken. Een belangrijk kenmerk van de patiënten op programma 1 is dat de patiënt vaardigheden mist om adequaat met hoogoplopende emoties om te gaan. Binnen de behandeling, welke trainingsgericht is, wordt patiënten nieuwe vaardigheden geleerd.

Ten gevolge van hun persoonlijkheidsproblematiek zijn onze patiënten vastgelopen op meerdere levensgebieden (school, werk, relaties, huisvesting, financiële problemen, enz.) en niet langer in staat zelfstandig te functioneren. Patiënten hebben vaak al meerdere ambulante en/of deeltijd behandelingen gevolgd zonder het gewenste resultaat.

Opname op programma 1 kan ervoor zorgen dat de patiënt uit een negatieve spiraal van crisisgedragingen komt en dat hij/zij in een stimulerende omgeving vaardigheden kan verwerven om tot gedragsverandering te komen. Het klinische milieu fungeert in dit verband als een sociaal oefenveld; de patiënt wordt in staat gesteld langer durend vaardigheden te leren en hier ook mee te oefenen binnen de afdeling en de patiëntengroep.

Praktische informatie

Huisregels
Elk programma heeft een aantal eigen huis­regels. Deze helpen een veilig en gestruc­tureerd omgangsklimaat te scheppen dat voldoende ruimte laat voor eigen initiatief en verantwoordelijkheid.

Alcohol en drugs
Het gebruik van zowel soft- als harddrugs is niet toegestaan. Op de afdeling is ook het gebruik van alcohol niet toegestaan. Het is daarnaast belangrijk dat patiënten ook in de avonduren en in de weekenden niet of slechts in beperkte mate alcohol gebruiken. Afwijken van deze regel is strijdig met het therapeutisch proces.

Audiovisuele middelen
In het kader van de behandeling en ook voor supervisie- of opleidingsdoeleinden, kunnen van de therapiezittingen audio- en video-opnames worden gemaakt. Daarbij houdt GGNet Scelta zich aan de richtlijnen van de hoofdinspectie van de geestelijke gezondheidszorg.

Geheimhouding
Het is niet toegestaan dat de patiënt aan buitenstaanders (dat wil zeggen mensen buiten de patiënten en staf van het programma) vertelt wat medepatiënten aan de patiënt hebben toevertrouwd. Een ieder moet kunnen rekenen op discretie en bescherming van de privacy.

Hoe werkt het

De behandelduur is 9 maanden. Patiënten verblijven 4 dagen per week in de kliniek, zondagavond tot en met donderdagmiddag.

In de kliniek worden de patiënten verdeeld over drie gelijke therapiegroepen, met een maximum van 8 patiënten per groep. Patiënten volgen overdag een specifiek therapieprogramma. Dit therapieprogramma vind zowel in de leefgroep (met alle opgenomen patiënten tezamen) als in de eigen therapiegroep (8 patiënten) plaats.

Therapieën in de leefgroep zijn:

  • dagstart
  • een DGT-praktijkuur, waarbij middels rollenspellen de DGTvaardigheden geoefend worden (60 min)
  • mindfulness, waarbij patiënten de dag openen en sluiten door middel van mindfulnessoefeningen (15 min 2x per dag)
  • een dagsluiting (15 min), analyse terugkoppeling (15 min.) en een weeksluiting (30 min), waarin patiënten in de groep iets kunnen vertellen over hun dag (week) en deze zo kunnen afsluiten
  • een psychotherapeutisch ongestructureerd uur (procesgroep), waarin patiënten zelf onderwerpen kunnen inbrengen (60 min)
  • sport (90 min)
  • milieutherapie (alle contacten gedurende de dag, avond en nacht buiten de therapieën om).
  • DGT-vaardigheidstraining (Linehan 2016, 60 min)

Therapieën in de therapiegroep van 8 patiënten zijn:

  • DGT huiswerkuur, waarin het huiswerk wordt besproken (60 min)
  • muziek-groepstherapie (60 min)
  • psychomotore groepstherapie (75 min)
  • analysegroep (60 min), waarin er vanuit de DGT methodiek analyses worden gemaakt van probleemgedrag van patiënten
  • evaluatie (60 min), waarin patiënten zelfstandig elkaars behandeling evalueren als voorbereiding op de evaluatie in het team (waarbij de patiënt aanwezig is)
  • dagboekkaarten, waarin patiënten aan de hand van dagboekkaartenlijst hun week evaluaren, welke vaardigheden hebben zijn ingezet en wat is het weekdoel (60 min)
  • maatschappelijke vaardigheden (60 min) waarin thema's zoals wonen, sociaal, werk etc. worden besproken
  • basisgroep (60 min)

Daarnaast vinden er plaats:

  • systeemgesprekken met de individuele patiënt en zijn/haar verwanten (90 min per maand)
  • de eerste 6 weken van de behandeling een proces begeleider, wekelijks 30 minuten een gesprek. Het is de bedoeling dat het persoonlijkgesprek (PB) ondersteunend is voor patiënt zijn/haar proces tijdens het begin van de behandeling.
  • huiskamervergadering; zaken die te maken hebben met huishouding. Ook zijn de maaltijden een therapiemoment in verband met basis en structuur, maar hebben ook een sociaal aspect
  • twee keer per jaar een netwerktraning, voor patiënten en naasten. Het betreft 6 avonden van elk 2 uur. Hierin wordt het klinsiche DGT programma van Scelta uitgelegd. Daarnaast wordt er ook samen geoefend. De netwerktraining is een vast onderdeel van het programma.

Het programma wordt gegeven door een psychiater, psychotherapeut, klinisch psycholoog i.o., muziektherapeut. psychomotore therapeut, sociotherapeuten en sociaal pscyhiatrisch verpleegkundige

Mindfullness: voor het verminderen van de cognitieve ontregeling. Patiënten durven meer naar zichzelf te kijken en rust te nemen om te benoemen wat er binnen in hen gebeurt. Patiënten ontwikkelen aldus een meer accepterende houding naar hun innerlijke belevingswereld. Intermenselijke vaardigheden: voor het verminderen van interpersoonlijke chaos. Patiënten leren stil te staan bij hoe ze iets kunnen vragen of nee zeggen op een adequate manier waarbij ze een afweging maken in wat ze willen bereiken, hoe ze de relatie met de ander willen vormgeven en hoe ze hun zelfrespect kunnen behouden.

Emotieregulatievaardigheden: voor het verminderen van emotionele instabiliteit. Patiënten leren om emoties te kunnen onderscheiden en hier woorden aan te geven om er vervolgens vaardigheden voor te ontwikkelen hoe met de verschillende emoties om te gaan. Patiënten leren zich minder door hun emoties te laten leiden. frustratietolerantievaardigheden: voor het verminderen van impulsiviteit en crisisgedrag. Patiënten leren crises te aanvaarden en verdragen en zich te richten op de realiteit en het leven zoals het nu is en niet zoals het zou moeten zijn.