Binnen een maand werd ik opgeroepen voor een intakegesprek. Op basis van dit gesprek ben ik gediagnostiseerd met Anorexia Nervosa. Dit voelde tegen alle verwachtingen in als een enorme opluchting. Het was het bewijs dat ik me niet aanstelde en dat ik wel degelijk een serieus probleem had. De diagnose betekende echter niet dat de behandeling direct van start ging. Ik werd op een wachtlijst geplaatst met een wachttijd van 6 maanden en met het advies naar huis gestuurd dat het helemaal niet zo erg zou zijn als ik al wat aankwam in gewicht voor de start van mijn behandeling. Een goed advies, maar een onmogelijke opgave. Met mijn eetstoornis had ik complete controle over hoeveel ik at en over mijn gewicht. De angst om dit gewicht los te laten, was enorm groot. Om die angst te overwinnen had ik juist hulp nodig.

Ongeveer 5 maanden later en op exact hetzelfde gewicht kon ik aan mijn behandeling beginnen. In overleg met de psycholoog ten tijde van mijn intakegesprek zou een ambulante behandeling gaan volgen, al bleef de optie voor deeltijdbehandeling altijd open als ik daar behoefte aan had. De ambulante behandeling hield in dat ik ongeveer 2x per week naar Amarum zo komen voor een gesprek met mijn therapeut. We hebben gekozen voor een ambulante behandeling, omdat ik nooit volledig gestopt ben met eten en nooit gelogen heb over wat ik at. Hierdoor had zowel ik als de psycholoog bij Amarum er vertrouwen in dat ik ook thuis me aan de afspraken zou houden.

De behandeling begon met het opstellen van mijn doelen binnen het traject. Mijn hoofddoel was aankomen in gewicht. Met aankomen alleen is een eetstoornis niet opgelost. Ik was echter van mening dat als ik van het heilige veilige gewicht afstapte, ik vanzelf meer moeilijke punten zou tegenkomen, o.a. de onzekerheid over mijn lichaam, het omgaan met verandering en het loslaten van controle. Daarnaast hoopte ik dat de positieve effecten van voldoende eten, meer energie hebben, het niet constant koud hebben en niet constant aan eten denken door de honger, motiverend zouden werken.

Het eerste deel van mijn traject bestond uit het opstellen van een voor mij realistisch eetschema, het opschrijven wat ik at en wat ik daarbij voelde en vooral veel praten. Het eetschema bracht mij veel rust, het waren duidelijke regels waar ik me aan kon houden. Het bijhouden van mijn eten in een eetdagboek bereikte eigenlijk hetzelfde. Ik kon in één blik zien dat ik echt niet te veel gegeten had. Wekelijks woog ik mezelf en mijn gewichtsverloop hielden we bij in een grafiek zodat we mijn eetschema konden aanpassen als dat nodig bleek. Hierbij heb ik nooit het gevoel gehad dat ik gedwongen ben of geen keuze had, elke stap in mijn behandeling was mijn eigen beslissing. Het voelde veilig dat ik deze moeilijke stappen kon maken met de ondersteuning van een therapeut. Deze gaf mij altijd een boost van zelfvertrouwen en motivatie en heeft ook geholpen realistisch doelen te stellen en mijn eigen grenzen te ontdekken. De periode van aankomen is mij zwaar gevallen, omdat mijn hele lichaam en geest zich verzette tegen mijn gezonde verstand. Het was een uitputtende strijd, die ik zonder Amarum en mijn therapie niet had volgehouden.

Gezinstherapie was ook een onderdeel van mijn behandeling. Hier konden mijn vader, moeder en zus aansluiten om de dynamiek binnen het gezin te bespreken. Ook de andere gezinsleden kwamen ter sprake, maar de focus werd altijd weer teruggebracht naar mijn eetstoornis en hoe de dynamiek binnen het gezin daar invloed op had. Het herkennen van stress bij mezelf en dit aangeven stond vaak centraal in deze gesprekken. Voornamelijk mijn moeder heeft ontzettend veel aan deze gesprekken gehad. Uit de gesprekken kon ze handvaten halen om mij in het dagelijkse beter te ondersteunen.

Al was het in het begin een uitdaging om me aan het opgestelde eetschema te houden, werd dit later in mijn behandeling een soort automatisme. Herhaling bleek hierin de sleutel; als je maar vaak genoeg je angsten aangaat, wordt het op den duur minder eng. Er bleef nu ruimte over in de gesprekken om andere problemen aan te pakken: eten met anderen, uiteten gaan, omgaan met onverwachte situaties en het loslaten van controle zijn een paar voorbeelden. Om dit aan te pakken, gingen we wekelijks uitdagingen opstellen. Herhaling en ervaring bleek opnieuw belangrijk. Met kleine stapjes was ik weer een normaal leven aan het opbouwen. Daarnaast, begon ik met psychomotorische therapie (PMT) waarin de focus las op met verbeteren van mijn lichaamsbeleving. Hier heb ik geleerd mijn lichaam te waarderen niet alleen op hoe het er uit ziet, maar voornamelijk op wat het kan.

In de laatste fase van mijn behandeling werd de frequentie van de afspraken steeds lager. Ik had de steun en motivatie van mijn therapeut steeds minder nodig en begon meer en meer op mijn eigen gevoel en verstand te vertrouwen. Mijn behandeling eindigde met het schrijven van een preventieplan. Hierin kon ik aangegeven hoe ik zonder een therapeut kon voorkomen dat ik mijn doel uit het oog verloor. Op dit punt was ik er klaar voor om mijn behandeling af te sluiten. Ik was ten eerste op gezond gewicht, maar ten tweede had ik geleerd de eetstoornis onder controle te houden en om te gaan met tegenslagen. Ik had weer zin in de toekomst.

Belangrijk om te realiseren was dat herstel van een eetstoornis een lange termijn traject is. Mijn therapie heeft ongeveer 8 maanden geduurd. Je moet niet direct een verbetering willen zien of binnen een maand gezond willen zijn. Was het maar zo makkelijk. Nee, herstel vraagt een grote mentale en lichamelijke verandering die langzaam steeds vertrouwelijker wordt. Bij Amarum heb ik die tijd gekregen mezelf te ontwikkelen. Ook was ik aan het eind van mijn therapie niet 100% vrij van mijn eetstoornis. Nog steeds niet om eerlijk te zijn (6 maanden na mijn therapie), maar dat is oke. Wat veel belangrijker is, is dat ik er mee om heb leren gaan en geleerd heb de negatieve gedachtes tegen te spreken. Hierdoor sta ik steviger in mijn schoenen en merk ik dat mijn eetstoornis gerelateerde gedachten steeds zeldzamer worden.

Met de steun van Amarum ben ik uit de sleur van mijn eetstoornis ontsnapt die met achteraf gezien al jaren tegenhield te genieten van het leven. Ik heb het als ontzettend prettig ervaren dat de therapie op mijn behoefte aangepast kon worden. Therapie heeft mij de systematisch steun gegeven die ik nodig had. In het begin heeft het enorm geholpen dat alles wat ik goed deed enorm benadrukt werd, terwijl aan het eind de kritische suggesties mij hielpen verder te ontwikkelen en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Echter, de belangrijkste factor in het succes van het hele traject was mijn eigen wil om mijn leven terug te krijgen.