Hendrik blogt: Let’s make the ggz small again
“ ‘We hebben een mentaal gezondheidsprobleem en de ggz moet wat verzinnen.’ Ik hoor het zo uit de mond komen van Plien en Bianca tegen postbode Siemen. Veel berichtgeving over onbegrepen gedrag op straat. De prestatiedruk bij de jeugd, wat leidt tot uitval, depressie en afsluiting.''

De toename van euthanasie-aanvragen op psychische gronden soms al op erg vroege leeftijd. De alsmaar oplopende wachtlijsten in de ggz. En dan roept de afgezwaaide premier, dat we een gaaf land hebben. Dat kan toch niet kloppen met zoveel roep om de ggz. Maar hebben we wel een ggz-probleem of hebben we meer een maatschappelijk probleem?”
Prestatiemaatschappij zonder omkijken
“Vroeger had je het ‘Libelle-gezin’. Vooral rondom de feestdagen en vakantietijd de perfecte foto’s. Foto’s van de lachende leden van het gezin, die samen het kerstmaal bereiden en nuttigen. Met het knuffelende kleinkind om de nek bij oma. De verliefde glimlach tussen man en vrouw tijdens de tent opzetten in de vakantie. (Nou volgens mij behoort tent opzetten tot de koplopers in de lijst van relatietests.) Allemaal mooie plaatjes in de Libelle van door het modellenbureau samengestelde supergezinnen.
Tegenwoordig met sociale media worden we 24/7 gespiegeld aan de ‘perfectie’. Iedereen zet hun ogenschijnlijk perfecte leventje breeduit op de socials. Met als toppunt de influencers die een onrealistisch beeld nastreven en met name de jeugd een spiegel der perfectie voorhouden, die chronische teleurstelling en minderwaardigheid veroorzaakt. Iets wat in mijn opinie de mentale gezondheid schaadt als nooit te voren. Een irrealistisch wereldbeeld op een schermpje en in algoritmes waar nauwelijks aan te ontkomen is. Ook ikzelf kan niet ontkennen dat ik veel in schermtijd leef en dan denk ik dat ik nog wel enigszins het reële van de schijn kan onderscheiden. Soms ontkom je er niet aan te denken dat het gras van de buren opmerkelijk veel groener lijkt dan het jouwe. En als het dan knaagt en je verzandt in patronen van minderwaardigheid en/of overschreeuwen, dan wordt er gewezen naar de ggz. ‘Los dit op, want in de maatschappij is hier eigenlijk geen plaats voor.’ We kunnen niet meer echt naar elkaar omzien. Ik chargeer wellicht, maar dit is het wel het beeld dat ik zie. Dagelijks zie ik in mijn werk hoe de ggz dichtslibt en niet meer genoeg ruimte heeft om te doen waar het voor echt voor is. Tijd om het anders te doen.”
Consultief waar mogelijk, specialistisch waar nodig
“Gelukkig zijn we volop in beweging binnen de ggz en GGNet in het bijzonder. Het ecosysteem denken en het Integraal Zorg Akkoord (IZA) zijn katalysatoren van de beweging, die al langzaamaan was ingezet vanuit de herstelbeweging. Het lijkt steeds meer door te dringen dat het naar wens en mogelijkheden meedoen belangrijker is dan slechts alleen de klachten overwinnen. De beweging om veel meer holistisch te kijken naar de mentale uitdagingen en wat daaraan ten grondslag ligt dringt door en we maken het concreet. Het verkennende gesprek heeft zijn intrede gedaan. Als pilot nog, maar wel met een fundering dat als de pilot geen subsidie-kerosine meer heeft hij niet meer hoeft te landen, maar dat er fundamenteel brandstof blijft om door te gaan.”
Ideaalbeeld
“Hoe ik het ideaalbeeld voor me zie? Als iemand zich ergens meldt met mentale uitdagingen (vaak bij de huisarts, maar het kan ook in het sociaal domein of op school bijvoorbeeld) krijgt deze persoon een verkennend gesprek. Kern van het gesprek zijn de vragen:
- Waar wil je naartoe, waar droom je van?
- Wat is er gebeurd en wat staat er in de weg?
- Wie of wat kan je ondersteunen om je ding weer te kunnen doen?
- Wat gaan we nu als eerste doen?
Dit gesprek vindt dan niet meer alleen plaats in de ggz, maar is samen met het sociaal domein, voorliggend veld, huisarts, school ec. Er wordt gericht gewerkt aan perspectief en zingeving en het in verbinding blijven met het leven van de hulpvrager. Als blijkt dat er een generalistische of specialistische behandeling in de ggz nodig is, dan pakt GGNet dit op. Als er nog een wachtlijst is, dan gaan we in dit ideaalbeeld al wel aan de slag met de wachtkrachtmodule. In deze module stellen we een hersteldoel en herstelplan op en maken we samen met de hulpvrager een beschrijvende diagnose op. Tevens wordt er gekeken wat er buiten GGNet al opgepakt kan worden op gebied van perspectief, zingeving en verbinding. De module wordt gegeven door een ervaringsdeskundige van GGNet samen met het sociale domein. Bijvoorbeeld in de laagdrempelige steunpunten/zelfregiecentra’s/herstelacademies.”
Voorkomen is beter
“Zullen we ook wat aan die prestatiedrukkende maatschappij doen? En aan de mentale weerbaarheid van de nieuwe generaties. Ik vind de fatbike symbool staan voor het gebrek aan weerstand wat een groot deel van de huidige jongeren aankan. (Tijd voor Fatbike-shaming.) Zullen we onze jeugd gewoon meegeven dat het leven niet altijd leuk en makkelijk is? Zullen we mentale weerbarheid vanaf groep 3 als structureel vak opnemen in ons onderwijs? En niet een project van enkele weken in groep 6 bijvoorbeeld over mentale gezondheid, antipesten en belang van praten. Nee iedere week vanaf groep 3 standaard minimaal een lesvak met elkaar in gesprek over mentale gezondheid. Hoe ga je om met tegenslagen? Hoe praat je open over de mentale uitdagingen? Hoe ga je om met social media en maak je onderscheid tussen opgedirkte perfectie en de realiteit. Hoe ga je om met pesten? Hoe ga je om met verschillende perspectieven op de waarheid? En zo verder en zo verder. Zullen we dit samen oppakken. De (jeugd-)ggz, ervaringsdeskundigen, pedagogen, onderwijs, ouders, politiek, sociaal domein en een ieder die zich betrokken voelt op dit thema. Laten we erop vertrouwen dat het mogelijk is om onze maatschappij op te leiden in het omarmen van diversiteit, kwetsbaarheid, paradijsvogels en verschillende perspectieven. Ik geeft toe dat ik ook enige uitdaging voel over een overheid die het niet vertrouwt om mensen te kunnen overtuigen dat een dop weer op een lege fles/verpakking kan zonder dat deze er vast aan blijft zitten. Toch overwint mijn idealisme en geloof in een collectieve ontwikkeling. Een collectieve ontwikkeling naar een open maatschappij. Een open maatschappij met een goede mentale gezondheidszorg. Een mentale gezondheidszorg waarbij filevrij welzijn voor een ieder de leidraad is. En waar de ggz een bescheiden rol heeft, maar altijd beschikbaar is voor degene die het nodig heeft, consultief of specialistisch. Bescheiden maar uiterst effectief omdat de behandeling altijd in het teken staan van het naar wens en mogelijkheden meedoen en zingeving van de hulpvrager.”