Zo vond ik een keer dat de kerkdienst meer geschikt moest worden voor kinderen. Na een oersaaie intochtspsalm onder begeleiding van het kerkorgel was er alleen een (nogal stuntelig) praatje van de dominee met (zeg maar: tegen) de kinderen en een kindernevendienst op kleuterschoolniveau. Mijn dochter bedankte op 9-jarige leeftijd al heel hartelijk voor die eer. Ik wilde dus dat zaken beter afgestemd zouden worden op de behoefte van de kinderen. Dat meldde ik in de vergadering waarin het beleid van de kerk werd vastgesteld. De reactie was dat men vond dat men genoeg aandacht voor kinderen had. Aan wat de kinderen er zelf van vonden, had men geen boodschap en men was dus helemaal niet van plan ook maar iets te veranderen. Einde verhaal. Ik was zo machteloos kwaad van woede dat ik in tranen uitbarstte en direct ben weggegaan. Ik had gedacht dat wel meer mensen mijn punt steunden en dat was ook zo, alleen realiseerden ze zich dat niet in de vergadering maar erna. Tja.

Ik dacht dat als je een goed punt hebt, dat je dan ook gelijk krijgt. Maar ik had natuurlijk eerst medestanders moeten zoeken. Vooraf gaan praten met mensen waarvan ik dacht dat ze mijn punt ook wel zouden steunen, zodat ze niet overvallen zouden worden met mijn voorstel. Met alle voorstanders zouden we een blok vormen waar de dominee en kerkenraad niet omheen konden. Had ik niet aan gedacht en zo zit ik dus echt niet in elkaar.

Lobbyen: brrr, niets voor mij. Net zoals ‘netwerken’. Recepties. Personeelsfeesten. Allemaal even vreselijk. Hoewel ik naarmate ik ouder word, wel bijleer: ik heb gemerkt dat ik andere mensen en hun verhalen heel interessant vind.* Ik probeer dus het gevoel van frisse tegenzin tegen dat soort activiteiten opzij te zetten want ik weet dat als ik er eenmaal ben, ik het meestal leuk vind. Dan is het een kwestie van een persoon zoeken die er ook wat verloren bijstaat en de juiste vraag stellen (lastig, ik ben niet van de koetjes en de kalfjes). Maar met enig geluk vind ik een onderwerp en gaat de wederpartij op zijn of haar praatstoel zitten. Maar dan komt het moment dat er ‘gemingled’ moet worden: afscheid nemen, een nieuw groepje zoeken en daar weer invoegen: lastig.

Overigens is het met de kerk helemaal goed gekomen. Men besloot een paar jaar later een jeugdwerkster aan te stellen die de dominee en kerkenraad duidelijk maakte dat goede bedoelingen alleen niet voldoende waren, maar dat er vanuit de jeugd gedacht moest worden. Ook weer een les voor mij: als je iets wilt bereiken, dan moet je geduld hebben. Denken dat je gelijk hebt en dan meteen gelijk krijgt waarna het stante pede wordt uitgevoerd, kan ik wel superlogisch en vanzelfsprekend vinden, maar zo blijkt dat niet te werken in de wereld van ‘normale’ mensen. Soms heel frustrerend.....

* Dit is (generaliserend) een verschil tussen mannen met autisme en vrouwen met autisme. Gemiddeld zijn mannen met autisme meer geïnteresseerd in technische zaken zoals treinen, auto’s en computers. Dat is bij vrouwen met autisme minder het geval.

Wilt u reageren op deze blog? Mail naar communicatie@ggnet.nl