Gepubliceerd:

Uit eerder onderzoek is gebleken dat welbevindentherapie effectief is bij verschillende doelgroepen waaronder patiënten met depressie, PTSS en bipolaire stoornissen. Ook blijkt dat de mate van welbevinden een goede voorspeller is voor de mate van psychische klachten op een later moment.
In dit pilotonderzoek bekijken we hoe welbevindentherapie wordt ontvangen door patiënten met persoonlijkheidsproblematiek. De groep wordt gegeven voorafgaand aan de reguliere behandeling. De verwachting is dat patiënten die gewerkt hebben aan het vergroten van hun eigen welbevinden beter zullen profiteren van de behandeling gericht op de persoonlijkheidsproblematiek. Dit laatste wil het onderzoeksteam, na de pilotstudie, onderzoeken in een uitgebreider RCT-onderzoek (randomized controlled trial).
De pilot bestaat uit twee groepen, de eerste is gestart in mei en de volgende start in september. De resultaten van de pilot worden beschreven in twee wetenschappelijke artikelen (kwalitatief en kwantitatief).

Welbevindentherapie

Het grote verschil tussen welbevindentherapie en het grootste gedeelte van andere behandelvormen is dat welbevindentherapie zich niet primair richt op het begrijpen, verwerken, verminderen of omgaan met psychische problemen of klachten. Door deze focus los te laten, ontstaat er ruimte om te werken aan het vergroten van kennis, vaardigheden en ervaringen die direct bijdragen aan het leiden van een ‘goed leven’. Een secundair effect kan zijn dat klachten hierdoor afnemen.
In dit onderzoek gebruiken we het protocol van welbevindentherapie in een groepssetting, de behandeling duurt acht weken en er is wekelijks twee uur therapie waarin wordt gewerkt aan de hand van het handboek en (thuis)opdrachten.

Wat verstaan we onder welbevinden

In het onderzoek gaan we uit van de zes dimensies van psychologisch welbevinden (Ryff,1989).
1. Zelfacceptatie: Positieve attitude ten opzichte van zichzelf.
2. Positieve relaties: Warme, vertrouwensvolle relaties met anderen.
3. Autonomie: Zelfbepaling en onafhankelijkheid.
4. Doelgerichtheid: Plannen en doelen hebben; gevoel van richting in het leven.
5. Omgevingsbeheersing: Gevoel van beheersing en competentie bij het omgaan met de eisen die de omgeving stelt.
6. Persoonlijke groei: Gevoel van voortgaande ontwikkeling.

Meer informatie:
Amber Hulskotte, gz-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog. E-mail: a.hulskotte@ggnet.nl