Nieuwe inzichten behandeling van eetbuistoornis
Het promotieonderzoek van Mirjam Lammers, klinisch psycholoog en psychotherapeut bij GGNet Amarum, biedt nieuwe inzichten voor de behandeling van een eetbuistoornis, ook wel binge eating disorder genoemd.
Inleiding
Binge eating disorder (BED) is de meest voorkomende eetstoornis; 2,8% van alle vrouwen en 1% van alle mannen voldoet ergens in het leven aan de criteria voor BED. Ter vergelijking: bij anorexia nervosa en boulimia nervosa is dit respectievelijk 1,4% en 1,9% voor vrouwen en 0,2% en 0,6% voor mannen (Galmiche et al., 2019). Mensen met BED hebben last van eetbuien waarbij in korte tijd grote hoeveelheden worden gegeten en controleverlies wordt ervaren. De stoornis gaat vaak gepaard met ernstige lichamelijke aandoeningen zoals obesitas en diabetes en psychische aandoeningen zoals angst- en stemmingsstoornissen.
In het onderzoek van Mirjam Lammers is de effectiviteit van een intensief CGT-programma (CGT+) vergeleken met een relatief nieuwe behandeling: dialectische gedragstherapie aangepast voor BED (DGT-BED). Daarbij is ook onderzocht of het effect van beide behandelvormen voorspeld kan worden op basis van patiëntkenmerken. Met andere woorden: valt vooraf te voorspellen welke patiënten meer baat hebben bij de ene en welke bij de andere therapie?

Resultaat
Uit het onderzoek blijkt dat CGT+ en DGT-BED de klachten in redelijk vergelijkbare mate verminderen. Beide behandelingen verminderen het aantal eetbuien op lange termijn even goed. Een voordeel van DGT-BED is dat het per sessie bijna de helft van de tijd korter duurt, wat het waarschijnlijk kostenefficiënter maakt. Dit maakt DGT-BED tot een interessante behandeloptie en een mogelijk alternatief voor CGT. Zeker voor patiënten met hoge scores op emotioneel eten of veel moeite met het herkennen van gevoelens.
De behandeling van BED kan verder worden verbeterd door extra aandacht te geven aan zorgen om lichaamsvorm, overwaardering van lichaamsvorm en -gewicht, emotioneel eten, het herkennen van gevoelens en depressieve klachten.
Onderzoeker
Mirjam Lammers (1968) is klinisch psycholoog-psychotherapeut en wetenschappelijk onderzoeker bij GGNet Amarum, expertisecentrum voor eetstoornissen in Nijmegen en Warnsveld. Haar promotieonderzoek deed zij bij het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit. Haar jarenlange ervaring bestrijkt een breed gebied waarbij haar expertise ligt in het werken met mensen met eetstoornissen. Ze is actief betrokken bij verschillende nationale organisaties, waaronder de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen en TOPGGz, en was lid van de werkgroep Zorgstandaard Eetstoornissen (2015 -2017). Ze zet zich in voor het toegankelijk maken van kennis over diagnostiek en behandeling van eetstoornissen onder andere door bij te dragen aan (hand)boeken en door les te geven. Lammers is overtuigd van de meerwaarde van de wisselwerking tussen behandelen en wetenschappelijk onderzoek en zoekt dan ook actief de verbinding tussen deze twee terreinen.