Vaktherapie
Bij GGNet kun je vaktherapie volgen. Vaktherapie is de naam voor verschillende vormen van therapie:
- beeldende therapie
- muziektherapie
- dramatherapie
- danstherapie
- psychomotorische therapie
In al deze vormen van therapie ga je ‘doen en ervaren’. Je gebruikt beeld, muziek, beweging, tekst, (toneel)spel en lichaamstaal om jezelf te uiten. En om meer te leren over je gedachten, gevoelens en gedrag.
Bij GGNet geloven we in herstel: iedereen kan beter worden. Soms gaan de klachten misschien niet helemaal over, maar kun je wel leren hoe je er beter mee om kunt gaan.
Voor wie?
Vaktherapie helpt jou als je somber of angstig bent. Als je wisselende stemmingen hebt. Of moeite met relaties. Vaktherapie helpt je ook als je anderen beter wilt laten zien waar je last van hebt. Of als je niet kunt stoppen met nadenken over heftige ervaringen.
Goed om te weten
Voor vaktherapie hoef je niet creatief of muzikaal te zijn. En ook niet goed in dans of toneel. De therapie gaat uit van wat jij kunt en nodig hebt. Wel is het belangrijk dat je op een andere manier wil leren kijken naar je gedachten, gevoelens en gedrag. Dat kan spannend zijn. Je behandelaar helpt je daar natuurlijk bij.
Hoe werkt vaktherapie?
Bij vaktherapie werk je met beeld, muziek, dans, beweging, tekst, spel en lichaamstaal. Daarmee uit je wat je denkt en voelt en hoe je op bepaalde situaties reageert.
Met vaktherapie kun je bijvoorbeeld werken aan:
- je emoties leren kennen
- omgaan met heftige ervaringen en emoties
- nieuw gedrag, zoals: je grenzen leren kennen en duidelijk maken
- nieuwe manieren om met spanning om te gaan
- meer zelfvertrouwen krijgen
- omgaan met je klachten en problemen
- omgaan met anderen, beter samenwerken
Je kunt vaktherapie in een groep of alleen volgen. Je krijgt opdrachten die passen bij jouw vragen, klachten en doelen.
Verschillende soorten vaktherapie
Beeldende therapie
Je werkt met verschillende materialen. Bijvoorbeeld met verf, kwasten, potloden, stiften, klei, papier of steen. Je gebruikt die om je gevoelens en gedachten te laten zien. Hoe kun je die in beeld brengen? Zijn ze groot, klein, zwart, gekleurd, hard, zacht, wild, rustig, …?
Wat je maakt, bespreek je met je behandelaar. En met de andere deelnemers, als je in een groep werkt. Zo raak je in gesprek over jouw ervaringen. Over wat jou bezighoudt en wat je moeilijk vindt. Over waar je goed in bent en wat je graag wil. Over hoe je contact maakt met anderen. En nog veel meer. Je leert ook hoe je anders met gedachten, gevoelens, vragen en lastige situaties kunt omgaan. Zo bedenk je samen nieuwe oplossingen waar je ook mee oefent.
Danstherapie
In beweging komen. Dat is het doel van danstherapie. Omdat beweging ervoor zorgt dat je los komt. Dat je niet vast blijft zitten in je gedachten en je gevoel. Zo kun je erachter komen waar je last van hebt. Wat je fijn vindt. Wat je graag zou willen, maar nog niet kan of durft. Als je dat weet, dan kun je zoeken naar een andere manier van ‘doen’. Welke vorm van bezig zijn past bij jou? Wat vind je leuk? Waarin kun jij je energie kwijt? Door in beweging te komen, kun je jezelf verder ontwikkelen. En maak je ruimte voor plezier.
Soorten vaktherapie
Dramatherapie
Dramatherapie bestaat onder andere uit: een rollenspel spelen, een fantasieverhaal schrijven, zonder voorbereiding een verhaal vertellen, een decor bouwen of een gedicht schrijven/lezen. Je oefent op een speelse manier met je gedachten, gevoelens en gedrag. Je gevoelens in een gedicht onder woorden brengen, is heel anders dan erover praten. Vaak makkelijker. Waardoor je er meer over durft te delen. Daar leer je veel van. Ook hoe je voortaan beter met je klachten om kunt gaan of ze kunt voorkomen.
Muziektherapie
Bij muziektherapie maak je muziek en luister je naar muziek. Je gebruikt verschillende instrumenten om op te spelen en om opdrachten uit te voeren. Je leert bijvoorbeeld te trommelen in een bepaald ritme of maakt een eigen melodie. Je luistert naar muziekstukken en speelt muziek na.
Muziek kan je helpen om op een andere manier naar je gedachten, gevoelens en gedrag te kijken. En om ze beter te begrijpen en er anders mee om te gaan.
Psychomotorische therapie
Bij psychomotorische therapie gaat het om bewegen en ervaren (voelen). Je leert aandacht te hebben voor je lichaam. Bijvoorbeeld voor je ademhaling, voor spanning in je lijf en voor de manier waarop je beweegt. Voor je houding, voor je lichaamstaal en voor hoe jouw lijf voor jou voelt. Zo leer je jouw lichaam beter kennen en kom je erachter hoe jouw lijf reageert op bepaalde situaties. Dat helpt je om op een andere manier met je klachten om te gaan en je fijner te voelen.
De verschillende therapeuten van GGNet bieden herstelondersteunende zorg. Dat betekent dat zij kijken naar jouw mogelijkheden en wensen – en dus niet alleen naar jouw klachten.
Aanmelden
Welke vorm van vaktherapie past bij jou? Je behandelaar kan je daar meer over vertellen. Wil je meer informatie of een gesprek? Vraag je behandelaar om een doorverwijzing naar een vaktherapeut van GGNet.
Informatie voor naasten
Naasten zijn heel belangrijk voor mensen met psychische problemen. Een actieve rol van familie en vrienden vergroot de kans op een succesvolle behandeling. Maar soms heb je als naaste ook een steuntje in de rug nodig. Op ons platform voor naasten vind je verschillende mogelijkheden voor hulp.