Hoe komt het toch, dat ik zo aan mijzelf twijfel? Dit is van kinds af aan ontstaan, denk ik. Ik ben van nature een autodidact. Ik leerde op mijn eigen manier en altijd net voldoende om de meesters en juffen tevreden te houden. Ik werd omschreven als een dromer en een tikkeltje lui. Ik werd niet geprikkeld om meer uit mezelf te halen dan nodig. Wel was ik al op jonge leeftijd veel bezig met “grote mensen”zaken, zoals de politiek en de ongelijkheid in de wereld. Met deze onderwerpen had ik geen aansluiting bij mijn leeftijdsgenoten. En ik moest moeite doen om aan te sluiten bij hun belevingswereld. Hierdoor bleef ik veelal in mijn eigen wereld. Dit was niet goed voor mijn zelfvertrouwen. De enige manier, dat ik wel aansluiting had, was door “gek” te doen. Ik zette dan een ander stemmetje op, of deed een cabaretier na. Dan had ik de lachers wel op mijn hand. Met de kennis van nu, durf ik te stellen dat ik een hoogbegaafd kind was. (In een eerder blog gaf ik al aan dat ik liever het woord anders-begaafd gebruik.) Doordat dit niet als dusdanig is herkend op de basisschool heb ik me altijd anders gevoeld, zonder dat dit bevestigd werd. Dat doet het zelfvertrouwen geen goed. Doordat ik zaken op mijn eigen manier aanleerde, deed ik dit vaak anders dan in de lesboeken stond. Ik kon daardoor niet altijd voldoen aan hetgeen dat meesters en juffen van mij vroegen, terwijl ik vaak wel bij de goede uitkomst kwam. Ook dit kwam mijn zelfvertrouwen niet ten goede, omdat ik in de tussenstappen fouten maakte volgens de door school gebezigde methode.

Ik ging met een Mavo-advies van de basisschool af. Ik kwam in de brugklas voor MAVO/HAVO terecht. Dit omdat mijn CITO-uitslag verrassenderwijs wat hoger was dan de meester had gedacht. Anders was ik op VMBO/MAVO ingestroomd. Na een jaar stroomde ik door naar het VWO en deze heb ik na 6 jaar ook met diploma afgesloten. Op het VWO had ik meer aansluiting bij een grotendeel van de klas. Mijn zelfvertrouwen was hier ook wat hoger dan op de basisschool. Al was ik nog steeds een luie, dromerige leerling, waardoor ik niet alles eruit haalde wat er in zat. Ik had de basishouding: “Alles boven de 5,5 is je eigen schuld!” En dit klinkt heel stoer, maar stiekem baal je best wel als je veelal bij de laagste cijfers in de klas zit, omdat je er zo weinig tijd aan besteedde. En je kunt nog zo autodidact zijn en alles zelf willen uitvinden, je moet toch ook aan kunnen sluiten bij de gevestigde kennis en theorieën.Dit laatste maakt het dagelijks leven soms zo lastig. Ik met mijn eigen ideeën over het hoe en wat in de wereld, die aansluiting zoekt bij algemeen heersende gang van zaken. Als ik bij mijn eigen ideeën blijf ben ik veelal alleen, of bij het wel uiten er van was ik raar of arrogant. Door mijn opvoeding en het wel doorlopen van onderwijs heb ik redelijk geleerd me binnen de heersende normen en waarden te bewegen. Echter is mijn zelfvertrouwen nooit meegegroeid met mijn capaciteiten. In de basis ben ik altijd mijn eigen underdog. De enige keer, dat ik echt overtuigd van mezelf was, was dit in een door antidepressiva geluxeerde manie. Door het geringe zelfvertrouwen heb ik ook fases, die als depressief gelabeld kunnen worden. Zo is bij mij de diagnose bipolaire stoornis ontstaan.

Ik zie, nu ik werkzaam ben in de GGZ, een oververtegenwoordiging van anders-begaafden in de chronische psychiatrie. En dit geldt voor zowel de minder begaafden als de hoogbegaafden. Ik vind dit niet verrassend. De maatschappij en zeker ook het onderwijs is ingericht op de grote gemiddelde middengroep. Exacte cijfers heb ik niet, maar het gemiddelde IQ ligt tussen de 80 en 115. Veruit de meeste mensen zitten in deze IQ-groep. Mensen met een hoger of lager IQ moeten zich weten te redden in de Midden-IQ maatschappij. Dit vergt adaptievermogen, die niet een ieder gegeven is. Dit doet wat met de psychische gesteldheid. Het lukt niet altijd, om je aan te passen. Het anders voelen maakt dat je, je alleen kunt voelen. Het niet kunnen voldoen aan de verwachtingen geeft gevoelens van falen. Het overschreeuwen van jezelf om wel gehoord te worden, kan als psychose of manie worden bestempeld. Mensen met een lager IQ kunnen constant overvraagd worden, wat psychische klachten oplevert. Door het continu niet echt mezelf kunnen zijn ben ik enorm aan mezelf gaan twijfelen. Ik speelde lange tijd in mijn leven de clown of de Calimero. Ik dacht alleen als clown aansluiting te kunnen hebben met mijn omgeving en anders kroop ik in zelfmedelijden in een calimero-rol. Door ervaring in het leven op te doen en uiteindelijk een goede therapie heb ik geleerd met mijn anders-begaafdheid en bijbehorende underdog-gevoelens om te gaan. Zelfvertrouwen is nog geen sinecure en ik sta niet zo maar op de bühne, maar ik durf nu steeds vaker een ander geluid te laten horen. En ik durf ook te geloven dat mijn kwaliteiten gezien en gewaardeerd worden. Ik heb waarschijnlijk iets meer bevestiging nodig dan de meeste anderen. Dit is iets waar ik aan blijf werken, door juist nieuwe uitdagingen op te zoeken. Want stilstand dooft het creatieve brein.

Hendrik

Wilt u reageren op deze blog? Mail naar Communicatie@ggnet.nl