Euthanasie heeft zijn intrede inmiddels gedaan in de GGZ. Zowel middels de officiële wegen via bijvoorbeeld Expertisecentrum Euthanasie (EE, voorheen Levenseindekliniek), als ook door schimmige personen/organisaties die middelen verstrekken om een eind aan je leven te maken. Persoonlijk vind ik dit een zeer lastige ontwikkeling. Zoals beschreven ben ik erg blij dat ik nu nog op deze aardbol ben en in staat om deze blog te schrijven. Ik ben verheugd geen lijdend voorwerp te zijn geweest van een euthanasietraject. Het is gelukkig wel echt een traject en niet zo dat je je maandag aanmeldt voor euthanasie en vrijdag een drankje krijgt. Er wordt (bijvoorbeeld door het EE)zorgvuldig bekeken of alle mogelijke behandeltrajecten doorlopen zijn, of dat er nog mogelijkheden zijn op herstel middels nieuwe/andere behandelingen. Indien dit het geval is moeten deze behandeling doorlopen worden, voordat er überhaupt verder wordt gekeken naar een euthanasie.

In mijn werk ben ik nu een aantal keren in aanraking gekomen met euthanasie en suïcides. Het zelfgekozen sterven van mensen is niet waarvoor ik ben gaan werken in de GGZ. Ik wil mensen ondersteunen in hun zoektocht naar herstel. De zoektocht naar een passende behandeling, naar het aanspreken van talenten en vergroten van het zelfvertrouwen om zo een bevredigend leven te hebben. Het bijstaan in hun herstelproces, zodat ze eenzelfde ervaring kunnen opdoen als ik. Ervaren, dat het leven veel moois te bieden heeft en dat er voldoende steun is, wanneer het wat minder gaat.

Gelukkig zie ik in de meerderheid mooie herstelprocessen in mijn werk. Herstel dat bestaat uit het zo zelfstandig en inclusief mogelijk terugkeren in de maatschappij en ook herstel dat zich uit in stabiliteit en een goede kwaliteit van leven in het chronische verblijf op een psychiatrische afdeling. Ieder herstelproces is uniek en dat maakt mijn werk zo boeiend, afwisselend en dankbaar. Ik probeer me daar iedere dag aan te herinneren. Maar, zoals menseigen, blijven de stagnerende of achteruitgaande herstelprocessen vaak voorin het geheugen en de gedachten. Een cliënt, die niet lijkt te profiteren van de behandeling en begeleiding die we bieden, houd mij bezig. Ik wil zo graag, dat ze licht aan het einde van de tunnel gaan zien. Licht, dat als magneet werkt richting herstel en een bevredigend leven. Het zijn de eerste vonkjes in de duisternis geweest, die mij in 2006 langzaamaan uit het moeras der depressie hebben getrokken. Die vonkjes hebben alleen die mogelijkheid gekregen door de tijd die ze gekregen hebben om te ontbranden.

Tijd is een belangrijke factor in herstel. Een zelfgekozen dood geeft tijd geen kans. Toch kan ik me de wanhoop, die leidt tot zo’n keuze voorstellen. In 2006 duurde mijn tijd van ondraaglijk lijden zo’n 3 a 4 maanden en in 2020 ruim een maand. Wanneer deze geestelijke pijn constant en voor veel langere tijd aanwezig is, kan ik me voorstellen dat je de hoop op beter verliest. Ik ben die hoop ook kwijt geweest in 2006. Het denken aan de dood geeft dan een vorm van verlichting, die het leven op dat moment niet biedt. Het concreet maken van die gedachte geeft opluchting. Je hoort na een suïcide geregeld, dat de persoon juist wat beter en meer ontspannen was de dagen voorafgaand. Dit zal goed de opluchting van het besluit kunnen zijn. Een zelfde opluchting herken ik soms ook bij mensen, die aangenomen zijn voor een euthanasie-traject. En teleurstelling is zichtbaar bij afwijzing of uitstel van het traject. En vanuit die teleurstelling is de kans op suïcide erg nadrukkelijk aanwezig.

Het in alle eenzaamheid besluiten en uitvoeren van suïcide vind ik een mensonterend einde. In vergelijk daarmee is euthanasie een stuk humaner. En toch merk ik, dat ik erg veel moeite heb met euthanasie in de GGZ. Wanneer iemand bij een terminale somatische ziekte besluit om een lijdensweg voor te zijn en euthanasie pleegt, kan ik me dit heel goed voorstellen. Daar heb ik geen moeite mee. Maar door mijn eigen herstel en het herstel dat ik bij vele cliënten in mijn werk zie, kan ik psychisch lijden niet als terminaal bestempelen. Ik denk, dat er altijd behandel en herstelmogelijkheden zijn, om het psychisch lijden te verzachten en daarmee het leven te verlichten. Belangrijk is om snel en gedegen de juiste klachten (diagnose) te behandelen en ook te blijven focussen op de krachten en talenten van de cliënt. Hoe langer de trajecten duren, hoe groter de kans op behandelmoeheid bij de cliënt. Hoe langer het psychisch lijden duurt des te minder geloof in tijd en herstel. Ik heb wel gezien, dat het aangaan van een euthanasietraject, een ontspanning bij de cliënt geeft. Een ontspanning die tijd oplevert. In plaats van de hele dag bezig te zijn met de suïcidale gedachten komt er ruimte voor andere gedachten. Vanuit deze rust ervaren ze dat het leven wellicht toch de moeite waard is en staken ze het euthanasietraject. Zo werkt een euthanasietraject herstel-bevorderend, zoals ik herstel beschouw, door de tijd die het de cliënt geeft om van de suïcidale gedachten af te komen.

Zoals ik begon ben ik erg blij dat ik mijn suïcidale gedachten de tijd heb gegeven om over te gaan. Tijd, die ik ook graag geef aan mijn cliënten voor hun herstel. Kan ik accepteren, dat cliënten een andere keuze maken en voor een zelfgekozen dood kiezen? In eerste instantie zal ik altijd nee zeggen. Kan ik begrijpen, dat cliënten de keuze voor een euthanasietraject maken? Jawel, psychisch lijden kan ondraaglijk zijn en tot wanhoop leiden die de keuze voor de dood een uitweg maken. En wellicht werkt herstel voorbij de dood. Maar mijn liefde voor het leven maakt dat ik de dood niet kan accepteren als uitkomst van herstel.

Reageren op deze blog? Mail naar: communicatie@ggnet.nl