Wanneer ik aan mijn eigen processen in lijf en hoofd denk, dan hebben we ook een intern beloningssysteem. Bij sporten/bewegen maken we stofjes aan in de hersens, waardoor we ons blij voelen. Eten (vooral van chocolade en ander lekkernij) geeft een (kort)voldaan gevoel. Het behalen van een examen, maakt je blij. Lichamelijk genegenheid maakt vele blije stofjes vrij. Enzovoort. Anderzijds zijn er zaken die een slecht gevoel geven. Het slechte gevoel is dan als het ware een ‘straf’. Soms heb je daar natuurlijk geen invloed op. Er gebeuren dingen die je bijvoorbeeld verdrietig maken, waar je eigen handelen geen debet aan hebben. Maar er zijn zaken, die je zelf in de hand hebt waarmee je gestraft kunt worden met een slecht gevoel. Ik krijg zelf bijvoorbeeld een slecht gevoel, als ik een hele dag inactief ben. Ik weet dat ik een slecht gevoel krijg, maar toch gebeurt het soms, dat ik in het weekend tot laat in de middag in bed blijf (zonder echt te slapen). Ik ben dan altijd blij dat het weer maandag is en de dagelijkse structuur van het werk wacht. Ook ben ik op veel gebieden nogal perfectionistisch van aard. Dit maakt de kans op eigen falen groot, waardoor ik mezelf veel straf met een slecht gevoel. Ik ‘straf’ mezelf ook vaak met een slecht gevoel, als ik (denk) onaardig ben geweest tegen iemand. Zo is het in mijn brein (normaal gesproken) een wirwar van belonen en straffen. Een wirwar die normaal gesproken wel goed in balans is.

Ik spreek over normaal gesproken. Hiermee bedoel ik de 3 jaren tussen 2017 en 2020 dat ik vrij was van psychofarmaca. Daarvoor heb ik ruim 10 jaar lithium gehad en de eerste 7 jaren daarvan ook gecombineerd met clomipramine(een antidepressiva). Ik heb in die medicatievrije 3 jaar weer ervaren hoe een volledig werkend intern beloningssysteem mijn gevoel beïnvloed. Beloningen kwamen harder binnen. Zo ben ik bijvoorbeeld in die jaren ruim 35 kilo afgevallen, omdat de blije bewegingsstofjes veel harder binnenkwamen. Wat ook meespeelde was een duidelijk doel, met het op de racefiets beklimmen van de Mont Ventoux met GGNet Tournesol. Wat ik ook ervaarde in die jaren, was dat de “straffen” ook harder binnenkwamen. Daardoor was ik sterker gemotiveerd om gedrag, dat een slecht gevoel geeft, te voorkomen. Zo heb ik 3 jaar prima kunnen functioneren zonder medicatie.

En toch zit ik nu al weer een ruim een jaar aan de Lithium en de clomipramine. Mijn straf- en beloningssysteem raakte begin vorig jaar op tilt. Veel externe factoren beïnvloedde mijn gedrag en gevoel. Afstuderen als HBO Social Worker gaf stress. Het ziekteproces van mijn dementerende moeder gaf enorm veel verdriet. Corona maakte dat mijn belangrijke sociale steun minder spontaan aangesproken kon worden. Ik werd lichamelijk ziek in de begintijd van corona, waardoor ik lange tijd niet naar mijn werk kon en dus erg inactief werd. De nieuwe functie met nieuwe taken maakte me onzeker en angstig. Al met al was de balans in mijn interne beloningssysteem bijna volledig overgeheld naar de strafkant. Door alle onrust, twijfel, verdriet en angst ging ik non-stop door met piekeren en sliep ik nauwelijks meer. Zo belandde ik in een (zware) depressie en ben ik weer ingesteld op medicatie.

Nu ik weer ben ingesteld op medicatie merk ik pas hoe dit invloed heeft op mijn interne beloningssysteem. Het voelt alsof de medicatie de (balans)weegschaal maar miniem laat uitslaan. Goed gedrag wordt maar mondjesmaat beloond en slecht gedrag (of externe stressfactoren) nauwelijks gestraft. Ik weet nu pas echt wat men bedoeld met een afgevlakt gevoel door medicatie. In de eerdere periode van ruim 10 jaar dat ik deze medicatie slikte, was ik me daar veel minder van bewust. Ik was toen al lang blij dat ik uit de depressie bleef, dat ik de afvlakking niet bemerkte. Pas door de 3 jaren zonder medicatie weet ik nu wat ik mis aan beloningen in mijn gevoel met medicatie. Ik heb weer geproefd aan gezonde euforie en bijzondere lichamelijke prestaties zoals op de Ventoux. Mijn denken was weer ongestoord gezond associatief. Ik was weer volledig naturel en kon mijn kwaliteiten aanspreken. Mijn vertrouwen groeide niet zo hard mee en dat maakt het verschil met de manische episode die ik ooit had toen ik bijna 20 was. Ik heb gewoon drie hele mooi jaren gehad zonder medicatie. Met een gezond beloningssysteem, waar ik mijn gedrag en doen en laten goed op had afgestemd. Zonder alle externe factoren was dit goed blijven gaan. Maar externe factoren zullen er blijven, daar moet ik een weg in vinden. Ik denk dat ik dit door de laatste depressieve episode wel geleerd heb om hier mee om te gaan. Maar de medicatie heeft daar zeker ook bij geholpen.

Rijst de vraag of ik altijd medicatie nodig heb. De eerste vraag, die daarbij hoort is of de diagnose manisch depressief voor mij de correcte is. Dit is namelijk een chronische aandoening, wat impliceert dat ik chronisch medicatie moet blijven slikken. Met daarbij ook de hinderlijke (lichamelijke) bijwerken. Lithium sloopt vroeg of laat mijn nieren bijvoorbeeld. Mijn manische episodes zijn op 1 vinger te tellen en was met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geluxeerd door het doorslaan van de antidepressiva, die ik destijds slikte. Mijn depressieve episodes zijn op 2 vingers te tellen en duidelijk geluxeerd door externe stress- en verdrietsfactoren. Vergelijk het met een ontsteking. Is deze chronisch of eenmalig. Ik heb 2 keer een keelontsteking gehad. Het is niet dat ik nu nog steeds antibiotica slik. Dus moet ik chronisch psychofarmaca slikken na een periode van depressie waar ik inmiddels uit ben. Ik weet het nog niet. Vanwege nu al licht zichtbare aantasting van mijn nierfunctie ga ik in ieder geval langzaam de lithium afbouwen. Daarna maar eens ervaren hoe het beloningssysteem aanvoelt.

Hendrik

Wilt u reageren op deze blog? Mail naar communicatie@ggnet.nl