Maar het gebeurde. Ik voelde het al vrij snel aankomen. Alles in mij ging in verzet. Ik wilde dit niet. Ik wilde geen sufkop of zwakkeling zijn die wat zou afglijden.

In zo'n beginfase lukt het me nog vooral op ratio door te gaan. Door te blijven eten, want anders heeft de therapie geen nut, mezelf bemoedigend toespreken. Ik moest mezelf naar het theater slepen, wel met de gedachte in m'n hoofd: 'Als ik er eenmaal ben.. het theater doet me altijd zo goed', et cetera. Drie keer heb ik dat de afgelopen weken op die manier gedaan, zo'n theaterbezoek. Maar als zelfs het theater niet meer helpt, dan weet ik dat het echt goed mis is. Eén van de voorstellingen moest ik halverwege de zaal verlaten om over te geven. Had ik het toch moeten afzeggen? Maar dat had ik dus niet gedaan en dan kom je op je (eigenwijze) blaren te zitten.

Soms praatte ik met mijn behandelaren en de verpleging over hoe het écht gaat. Maar bepaalde dingen vertellen vond ik ook lastig. Ik schaamde me. Mijn ratio kan heel sterk zijn. Ik denk dat ik er ook anders niet meer was geweest. Maar de pijn van het voelen, de diepe ziel- en hartenpijn: het werd steeds heftiger en wat ik ook deed: mijn ratio kon er op een gegeven moment niet meer tegenop. Op een bepaald moment ben ik héél eerlijk geweest over hoe het écht gaat. Want dat vertelde ik meestal wel, maar dit keer draaide ik niet meer zo om de hete brij heen. Er werden wat afspraken gemaakt die me iets meer ondersteuning bieden om deze zware periode door te komen.

Door mijn slechte periode heb ik noodgedwongen dingen af moeten zeggen. Van theater tot afspraken met vriendinnen en ook afspraken hier bij GGNet, omdat één 'moet'-ding op een dag al wel genoeg is. Dan is het op. Energie weg, alles vreet dan aan me. Maar ik vind het moeilijk. Sowieso echt te luisteren naar wat mijn lichaam me aangeeft, al is het meer misschien nog wel: dingen afzeggen. Iemand teleur moeten stellen. Mezelf stom en achterlijk vinden omdat ik zo zwak ben. Als ik merkte dat het écht niet zou gaan lukken, moest ik mezelf wel een halt toeroepen. Nogmaals: ik schaamde me dood en voelde me een grote kneus. 'Zo'n relatief klein dingetje en je kunt het niet? Loser!' Maar het tegenovergestelde kreeg ik terug van bijvoorbeeld mijn vriendinnen. Ze waren juist blíj dat ik mijn grenzen aangaf en hadden dit tien keer liever dan dat ik over grenzen zou gaan. Zelfzorg, rust nemen, veel liggen. Tja, niet mijn sterkste kant, want ook tijdens griepperiodes ga ik meestal nog 'gewoon' door. Dat zit er zo diep in. Maar nu lukt het even echt niet meer. Ik probeer mijn belangrijkste afspraken na te komen en bepaalde zaken te regelen, maar meer dan even een rondje buiten of héél veel met mijn kat Kato knuffelen zit er op dit moment niet in.

Lichamelijk voel ik het dus tegenwoordig ook. Ik ben doodop. Van het vechten, van het maar doorleven op ratio. Ik doe het wel. Ik moet, maar makkelijk is het absoluut niet. Mijn therapeute zei dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat al dat opgekropte verdriet in mijn lichaam is gaan zitten. Dat alles tot in de vezels pijn doet. Letterlijk, figuurlijk. Het zou me niet verbazen.

Wat ik, ondanks de narigheid, de laatste tijd wél heb geleerd, is dat ik meer en beter voor mezelf moet kiezen. Dat ik me niet hoef te schamen, niet bezwaard hoef te voelen als iets echt niet gaat. Luisteren naar mezelf dus. Zelfzorg en weten dat ik me niet hoef te schamen. Dat is vooral rationeel nog, maar hopelijk ga ik ook dát uiteindelijk echt voelen. Beetje bij beetje kom ik er wel.

6 juni 2018