In het gesprek krijg ik veel complimenten over mijn goede eigenschappen in mijn vrijwilligerstaken en over wat ik allemaal bereikt heb. Ze zijn oprecht gemeend en ik probeer de complimenten binnen te laten komen. Maar de taken die ik nog wel kan doen: daar kan men niet in meegaan. Volgens de coördinator denk ik rechtlijnig en dat past niet bij wat de organisatie voor de toekomst in het hoofd heeft.

Ik val stil en knik een beetje. Natuurlijk denk ik rechtlijnig, dat weet ik heus wel. Als oudere vrouw krijg je diagnose autisme zeker niet op je blauwe ogen, dan moet er echt wel wat aan de hand zijn.

Maar om het zo uit een mond van iemand te horen: dat is ontzettend confronterend. Ik kom verdrietig en terneergeslagen thuis. Ik wéét dat ik niet de meest flexibele persoon ter wereld ben en dat ik heel graag wil dat zaken gaan zoals ik in mijn hoofd heb. Maar het is zo pijnlijk: ik heb tenslotte ook niet voor mijn autisme gekozen. Ik zet de meditatie ‘troosten, verzachten, kalmeren, toelaten’ op die ik van mijn lerares compassievolle mindfullness heb gekregen. Daarna schenk ik een flinke borrel in.

En ik denk bozig: their loss. Als ze niet om kunnen gaan met mij en mijn autisme dan ligt dat aan hen. Er zal wel weer iets op mijn pad komen waar ze wel blij zijn met een rechtlijnig denker. En waarom trek ik het mij zo aan? Iedereen mankeert wel wat, niemand is perfect. Ik ben heus niet de enige die afgewezen wordt omdat hij of zij niet in een plaatje past: elke sollicitant zal daarover mee kunnen praten. En wie weet wat voor ruimte ik krijg en hoe blij ik zal zijn als ik al die taken niet meer hoef te doen.

Maar om iemand hardop te horen zeggen wat jouw - ja, wat eigenlijk? - eigenschap, kenmerk, zwakheid, handicap, beperking? is: het blijft pijnlijk.

Wilt u reageren op deze blog naar Marijke ? Mail naar ggnetblogger@gmail.com