Ik weet wat er nu gaat gebeuren. Ondanks mijn goede voornemens kun je binnenkort van de vloer eten: er ligt genoeg. Want ik maak niet schoon, ook niet het deel wat ik doe als mijn hulp wél komt.

Het is niet, dat ik niet kan schoonmaken. Het is ook niet dat ik er een hekel aan heb: ik vind het fijn om iets concreets te doen dat ook nog leidt tot een prettig resultaat: een schoon huis. Maar dat is kennelijk niet voldoende om ook daadwerkelijk aan de slag te gaan.

Een belangrijke oorzaak is, dat ik het in mijn eigen huis niet echt zie en het mij niet echt stoort dat het niet schoon en opgeruimd is; in ieder geval niet zodanig dat ik denk: dit moet direct verholpen worden. Als ik bij een ander ben, zie ik veel meer: de bekende balk en splinter. Maar zodra ik bezoek dreig te krijgen vallen de schellen ineens van mijn ogen: spoorslags aan het werk.

Een andere oorzaak is, dat als ik het wel zie en het mij stoort (dan is het dus al behoorlijk vuil), dan komt het er toch niet van. Op een één of andere manier moet ik iets overwinnen om eraan te beginnen. Dat kost wilskracht. Die wilskracht is bij mij meestal ’s ochtends aanwezig maar dan wil ik andere dingen doen die ook wilskracht kosten en urgenter zijn, zoals studeren. Het huishouden kan immers wachten......en het uitstel leidt kennelijk automatisch tot afstel.

Hetzelfde geldt voor dingen als een kaartje sturen als iemand jarig is of even bellen als iemand ziek is. Het is een kleinigheid maar toch lukt het me vaak niet.

Een derde factor is: als dan alles vuil is geworden, dan is er zoveel dat gedaan moet worden, dat de moed mij bij voorbaat in de schoenen zinkt. Waar moet je dan nog beginnen? Dan wordt het helemaal zo’n rijstebrijberg waar je een knoop van in je maag krijgt als je eraan denkt. En dan gebeurt het helemaal niet.

Het rare is: soms lukt het allemaal wel. Dan is kennelijk de normale blokkade weg, en krijg ik de geest. Maar daarna weer weken niet.

Ik heb echt een stok achter de deur nodig om regelmatig iets aan het huishouden te doen in de vorm van vreemde ogen die dwingen. En komen die vreemde ogen door het coronavirus niet, dan verslonst de boel.

Ik weet niet hoe het komt dat ik mezelf niet aan het werk kan zetten. Ik weet wel dat in mijn familie meer mensen hetzelfde hebben en op volwassen leeftijd nog steeds echt hulp nodig hebben om hun huishouden op orde te houden. Ik vermoed dat dit toch iets te maken heeft met autisme, want ik heb begrepen dat lotgenoot Myrthe van der Meer (schrijfster van Paaz en Up) met hetzelfde probleem kampt. Zij vertelde in een interview dat ze een app heeft waarin ze haar taken zet en een ‘beloning’ krijgt als ze taak uitgevoerd heeft. Voor haar werkt dat.

In de deeltijdbehandeling voor jong-volwassenen worden cursussen gegeven waarin de jongeren wordt geleerd om te organiseren, te plannen, je niet te laten afleiden en taken niet uit te stellen. Helaas ben ik niet meer ‘jong-volwassen’ maar ik vermoed dat zo’n cursus voor mij ook heel nuttig zou zijn. Kunnen de cursusleiders, die nu waarschijnlijk door het coronavirus geen cursussen kunnen geven, even een paar tips online zetten?

Wilt u reageren naar Marijke op deze blog? Mail naar ggnetblogger@gmail.com