De moeheid is groot, de nachten zijn al weken-, of eigenlijk maandenlang veel te kort. Toch dacht ik: ik heb het toch maar mooi overleefd, ben door een bepaald stukje gedoe en narigheid heen gekomen. Overleefd, zowel letterlijk en figuurlijk. Ik heb wat voor elkaar gekregen. Geen nieuw begin, want ik zit er middenin. Wél: ik heb er heel veel, eigenlijk veel teveel voor moeten doen, maar bepaalde doelen zijn bereikt.

De zaal is vol. Ik weet dat ze goed is, dat mensen weten dat ze goed is. Het begint relatief luchtig, wél grappig. Mooie, rakende, humoristische grappen en nummers met diezelfde lading(en). Sara Kroos, Zonder Verdoving. En dat is het. Een glimlach is al heel wat momenteel, die wordt afgewisseld met flinke kippenvel-momenten door haar raakheid. Recht door zee. Over het leven, over het heen en weer geslinger in het leven. De zin van het leven. Ik heb nog getwijfeld te gaan, eerder vandaag. Maar ik zit er. En dan komt er een moment in de show dat die rilling even heel groot werd. Een flink verhaal over zelfmoord. Wel op een echte Sara-manier, maar ook over een paar van haar eigen ervaringen in de psychiatrie. En zelfmoord dus. Ze windt er geen doekjes om. Of een touw. Een extra beladen dag - hoewel; überhaupt het onderwerp, na een aantal zelfdodingen in mijn omgeving de afgelopen weken - en geen idee dat het ook hier over zou gaan. Natte ogen, héél diep in- en uitademen om te kúnnen blijven ademhalen.

'Ik heb een hekel aan het woord kwetsbaar. Maar mensen moeten eens écht met elkaar praten', aldus Sara. Snoeihard, enorm grappig, maar net zo kwetsbaar (uit een 5-sterrenrecensie). En dat is ze, uit ze. Die vijf sterren is zij, maar ook de show meer dan waard.

Ze eindigt met een treffend lied: 'Hoe blijf ik staan'. Ik vraag me af: blijf ik staan? Hoe sta ik toch steeds weer op? Hoe moet ik opstaan? Maar ik weet wel: ik stá weer op, hoe hard of diep ik ook val, hoe klote en moeilijk het nu ook is. En dat zal ik blijven doen. 'Zonder Verdoving': letterlijk en figuurlijk.

Na de show moet ik nog een poosje wachten op de taxi terug. Ik zak letterlijk bijna door m'n benen, maar ik blijf staan. Om me heen hoor ik mensen met elkaar praten. Écht praten. Herinneringen ophalen, elkaar dingen vertellen die 'moeilijk' zijn. Mensen die elkaar voorbeelden geven van hun klappen in het leven. Échte gesprekken. Ik vind het mooi, maar het raakt me ook. Misschien hebben sommige mensen ook wel niet mogen of durven praten?

Ondanks dat Sara hier ongetwijfeld bij veel mensen een gevoelige snaar heeft geraakt én aangezet tot écht contact, maakt het me ook wat verdrietig. Te lang moeten zwijgen, maar ik mág nu praten. Dat is ook wat ik graag zou zien: praat met elkaar. Niet altijd die koetjes en kalfjes, maar écht praten. Interesse tonen. Heb oog voor elkaar, vraag, strek een hand uit.

In de foyer vind ik een witte veer (die staat voor hoop). Toeval bestaat niet.

De volgende dag. Wederom vast geen toeval: ik vind een foto terug waar ik Sara interview, zo'n jaar of acht geleden. Nog in het oude theater in Doetinchem; voorafgaande aan de show.

Ik verdoof mezelf niet meer. Recht door zee, eruit ermee.

22 maart 2018