Er is iemand jarig en ik zoek een cadeau uit. Ik rijd er speciaal voor naar een winkel en het kost me enige tijd om iets passends te vinden. Maar als ik het gevonden heb, ben ik tevreden: de jarige zou het, als zij wat moeite doet, heel leuk kunnen vinden. En als ze het niet leuk vindt, ook geen man overboord: ik vind het zelf leuk, dan kan de jarige het ruilen tegen een cadeaubon en gebruik ik het voor mijzelf.

Hoe naïef kon ik zijn.

De jarige laat op vrij niet subtiele wijze blijken dat zij het cadeau niet leuk vindt. Het moet meteen worden weggezet en ‘ze zal er nog weleens naar kijken’. De verjaardag zelf is ook niet al te inspirerend: er is een dominante gast aanwezig die alle aandacht voor zichzelf opeist. Het maakt een leuk gesprek voeren met andere gasten, laat staan met de jarige, onmogelijk. Ik doe enkele pogingen maar dat levert alleen boze blikken op, want ik onderbreek op hinderlijke wijze de monoloog. De jarige vindt het kennelijk prima. Ik zit erbij als behang: mijn aanwezigheid bij de verjaardag is volkomen overbodig.

Nog geen man overboord zou je denken. Wat is er nou erg aan een jarige die het cadeau niet leuk vindt en een niet zo geslaagde verjaardagsfeest? Ik vind heel veel verjaardagsfeesten een bezoeking (lang leve coronatijd....). Ik heb mijn best gedaan: moeite gedaan om een cadeau uit te zoeken en moeite gedaan om mijn neus te laten zien. Ik mag best tevreden zijn met mezelf, aan mij heeft het niet gelegen. Toch? Met het vaste voornemen bij de volgende verjaardag een lelijke verjaardagskaart te sturen, rijd ik welgemoed naar huis.

Not.

Ik zit huilend in de auto en kom huilend thuis. Mijn partner, die niet mee was, zegt: ‘Het zal wel iets zijn van vroeger’.

Dat kon weleens zijn: de afwijzing in combinatie met het gevoel dat het aan mijzelf ligt (ik had kunnen weten dat de jarige het cadeau niet leuk vond. Ik kon vroeger bij de jarige nooit iets goed doen en kennelijk nog steeds niet) en het gevoel dat ik wel op de wereld rondloop maar niemand het zou merken als ik er niet was, sterker nog, dat het gezelliger zou zijn zonder mij, raakt kennelijk een erg gevoelige snaar.

Een gevoelige snaar die in mijn vroege jeugd is ontstaan, waar ik nauwelijks een actieve herinnering aan had, maar kennelijk diep verscholen nog wel in mijn hoofd en in mijn lijf zit. Het positieve daarvan is: nu ik me dit realiseer, kan ik eraan werken.

Mijn partner zegt ook nog dat ik me het niet zo op mezelf moet betrekken maar bij de ander moet laten: de jarige is een ondankbare hond die slechte verjaardagsfeesten organiseert.

Klopt allemaal. Maar ik heb echt dágen nodig om bij te komen. En dat door een verjaardagscadeau dat niet goed viel en een minder geslaagd verjaardagsfeest......

Wilt u reageren naar Marijke op deze blog? Mail naar ggnetblogger@gmail.com